Een onverwachte wending...

Ik wandelde op een zwoele zomeravond in augustus het vernieuwde operaplein over. Ronny had één of ander privé gelegenheid waar hij voor uitgenodigd was en had onverwacht verlof moeten nemen. We hadden net deze avond afgesproken met onze informant om hem te schaduwen bij een uitwisseling. We hadden hem enkele jaren geleden opgepakt na een verkeerd gelopen drugsdeal en hij had toen een enorme hoeveelheid drugs in zijn rugzak. Hij was een jonge kerel van vijfentwintig met lang ingevet geblondeerd haar dat achteruit gekamd was en sprak gebroken Nederlands met een Russisch accent. Zijn naam was Vassily Yegorov. Het was een jongeman die was afgestoten door de maatschappij. Door wat hij ons verteld had, was het ons duidelijk geworden dat hij sinds hij in België - zes jaar geleden - was toegekomen, hij nog geen enkele dag gewerkt had. Hij had zich zwaar in de nesten gewerkt door een verkeerde keuze te maken en had ons verteld dat hij een nieuw leven wilde starten. Sindsdien waren we op het spoor beland dat ons vanavond naar de drugsbaron zou kunnen leidden. Vanavond zou het een observatie missie geweest zijn.
Door zijn eerlijkheid hadden we hem voor de keuze gesteld. Als hij ons naar de dealer zou brengen, zouden wij ervoor zorgen dat hij een ticket naar de vrijheid had. Ik liep de Sint-Jacobstraat in waar we afgesproken hadden in het steegje tegenover de markt. Hier zou binnen twintigtal minuten een uitwisseling plaatsvinden in de parkeergarage.
'Lotte, Dit is de laatste keer dat ik hieraan meedoe.' zei hij toen hij me zag.
'We hebben ze bijna Vassily. We kunnen er onmogelijk mee stoppen. Je wilt je vrijheid toch of niet?'
'Da, natuurlijk.'
'Ik heb een zendertje bij. Ik zou graag hebben dat je dit op je huid kleeft.'
Ik toonde hem een minuscuul klein apparaatje zo groot als een knoop.
'Ben je gek? Die kerel waar we nu mee hebben afgesproken gaat over lijken. Als hij het kleinste merkt dat er iets mis is, zal hij me afmaken.'
'Dit gaat hij nooit merken. Dit zendertje is onvindbaar voor metaaldetectors. Ik maak het aan je vast door een geluid doorlatende windel met enkele nep bloedvlekken op je arm. Het zal lijken alsof je je bezeerd hebt.' Antwoordde Lotte geruststellend.
'Pfff... Oké. Ik kan er toch niet onderuit waarschijnlijk? Ik doe het.'
Lotte deed zijn shirt omhoog en kleefde het apparaatje op zijn bovenarm, wikkelde de bebloede windel rond zijn arm en trok zijn t-shirt terug naar beneden.
'Zo. Tijd voor je laatste opdracht. Hierna heb je je leven terug.'
'Ik hoop het. De deal vind plaats op de hoogste verdieping.'
'Oké. Ik stel me verdekt op.'
Ik keek op mijn horloge. Het was tijd.
'Jij loopt alvast voorop. Ga!'
Vassily liep de hoek om en wandelde op parkeergarage St-Jacob af. Een oude parkeergarage waar nog weinig mensen gebruik van maakten. De parkeerplaatsen waren te klein geworden voor de hedendaagse auto's. Een nieuwe parking vlakbij had de voorkeur gekregen. De laatste jaren was het een ideale ontmoetingsplek voor criminelen geworden. Ik volgde Vassily op vijftig meter afstand, zag hoe hij de garage binnenliep en de trap naar boven nam. Het voelde niet goed aan, dat was zeker. Ik stond er alleen voor en kon niet ingrijpen als er iets fout liep. Ik opende de deur en liep de betonnen trap op. De slecht verlichte traphal had iets weg van een bouwwerf. De trap werd verlicht door een lichtslang die rond de reling liep. De geur van verval en schimmel vulden de ruimte waardoor het me opviel dat verschillende hoeken tegen het plafond vol zwarte vlekken zaten.
Ik keek door het gebroken raampje van de deur op het vierde verdiep en zag hoe Vassily naar het midden van de ruimte was gewandeld. Aan de rechterkant zag ik enkele wagens staan. Eén van hen was een zwarte Golf die laag tegen de grond stond. Ideaal. Ik trok de deur open en hield Vassily nauwgezet in de gaten. Geruisloos liep ik naar de auto, ging op mijn buik liggen en trok mijn wapen uit de holster. Er gingen vijf minuten voorbij. En nog een vijf minuten. Hij keek me aan en haalde zijn schouders op. Opeens klonk door de parkeergarage het geluid van meerdere wagens die de hoogte inreden en na een kleine dertig seconden reden twee dure zwarte mercedes wagens met geblindeerde ramen het verdiep op. Ze stopten vlak voor Vassily. Ik zag aan hem dat hij maar net zijn zenuwen kon bedwingen en de zweetdruppels van zijn voorhoofd wegveegde. Zijn ogen dwaalden af naar mij en dan naar de auto's. Ik keek naar één van de nummerplaten van de wagens en zag een nummerplaat die ik niet had verwacht. De plaat begon met een A. Nummerplaten met een A werden gegeven aan Ministers. Nee. Zou het... De deur zwaaide open en een man met duur Armani kostuum stapte uit de achterkant van de wagen. Op zijn vest hing de driekleur van België gepind. Ik staarde de man aan en zag nadat hij zich omdraaide een bekend gezicht. Het was Minister-president Marc Verlinden. Hij streek zijn kostuum glad, zette zijn bril vooraan op zijn neus en keek Vassily doordringend aan.
'Oh. Fuck. Nee. Hier zit een politieker achter?'
Er ging maar één ding door mijn hoofd. Politieke onschendbaarheid. We konden hem niets maken. Marc Verlinden. Een man met grijze haren en een glad gestreken gezicht. Het was nooit duidelijk hoe hij dacht over de persoon die tegenover hem stond. Er waren geruchten dat hij corrupt was maar er waren geen bewijzen. Uit de andere wagen stapten vier bewapende mannen uit die ongetwijfeld al meerdere moorden hadden gepleegd. Ze droegen leren jassen en hadden bivakmutsen over hun hoofd getrokken zodat ze onherkenbaar zouden zijn.
'Vassily... Vassily... Vassily...' Zei Verlinden.
Vassily stond duidelijk ongemakkelijk en vol angst hem aan te kijken.
'Ik heb iets gehoord.'
'Wat heeft u gehoord?'
'Jij wilde persé met mij een afspraak om de deal te laten doorgaan. Waarom is dat?'
'Ik wilde me persoonlijk verontschuldigen.'
'Voor wat Vassily?'
Eén van de mannen kwam op hem af met een metaaldetector en scande hem van boven naar onder en van links naar rechts over zijn lichaam.
'Ik draag geen zenders. Dat zou dom zijn.' Antwoordde Vassily.
'Ik denk hé.' Zei hij. 'Alé, Ik weet... dat jij met de politie spreekt.'
'Nee, dat is niet waar.' Zei hij nerveus.
'Vassily. Komaan. Je kan niet liegen tegen mij. Ik weet alles en kom alles te weten.'
Verlinden knikte en draaide zich om naar één van de mannen die een wapen richtte op zijn knieschijf.
'Zeker?'
'Da. Da.'
Shit. Dit loopt niet goed af.
De man twijfelde geen seconde, draaide een geluidsdemper op zijn pistool en schoot Vassily in de knie waardoor hij onmiddellijk door zijn been zakte. Vassily schreeuwde het uit van de pijn. Zijn bloed had de grond rondom rood gekleurd. Hij had zijn knie stevig vastgepakt en zat in tranen in elkaar gezakt op de koude vloer.
'Ik vertel je alles.... Stop. Ik wil niet dood.'
Verlinden kwam dichter en trok Vassily recht door zijn haren vast te nemen en hem omhoog te trekken.
'Aaaah!' Riep hij uit. 'Stop alstublieft!'
'Wat ga je me vertellen Vassily?' Schreeuwde hij hem in het gezicht.
Vassily trok lijkbleek en leek te breken.
Vassily nee. dacht ik. Zeg niets.
Verlinden gooide hem tegen de grond, trok de rugzak van zijn schouders en keek naar de hoeveelheid geld dat erin zat.
'Waar is de rest van het geld jongen?'
'Dat is alles.'
'Vertel me wat politie weet... Weten ze van mij?'
'De politie weet enkel van mijn drugsdeal waar ik voor opgepakt ben.' Snifte hij.
'Zever!' Schreeuwde Verlinden. 'Ik weet dat je praat! Je draagt misschien nu geen microfoon maar ik kan het niet vertrouwen.'
Minister Verlinden liep terug naar de wagen en maakte met zijn hand een beweging naar de mannen wat voor hen een commando bleek te zijn. Een man kwam aangelopen met iets wat op een zwart doek leek.
'Je had beter moeten nadenken, Vassily.'
Verlinden nam een zak aan van één van de mannen, trok hem over Vassily's hoofd en spande een koord rond zijn nek.
'Je was fout met mij te willen spreken jongen. Maak hem af.' Zei hij.
'Néé, alstublieft.' Schreeuwde Vassily trillend van de pijn.
'Doe het!' Riep hij.
'Neeee!'
Twee gemaskerde klootzakken wandelden op hem af en schoten hem van dichtbij dood. Eén keer in het hoofd en één keer in de borst.
'Goed. Kuis nu de boel op zodat de politie hier niets meer kan vinden.'
Ik voelde me machteloos dat ik niks kon doen. Ik kon het enkel laten gebeuren. Als ik dit naar buiten bracht stond mij hetzelfde te wachten...
Dagboek van Hoofdinspecteur Lotte De Wolf Augustus 2021 Prequel verhalen